In gemeenten zoals Marum, die in het grensgebied liggen tussen Groningen en Friesland, wonen tal van families waarvan de oorsprong in Friesland ligt. Vanuit Friesland trokken mensen de wijde wereld in om elders, in dit geval de provincie Groningen, een nieuw bestaan op te bouwen. Zoals de familie Posthumus, die in de vorige eeuw door hun ondernemerschap nadrukkelijk in het straatbeeld van de gemeente Marum voorkwam. Met winkels en daaraan verwante handel was de familie zichtbaar in verschillende dorpen.
Anne Posthumus (1829-1882)
Het was Anne Posthumus die rond 1862 met vrouw en kinderen van Ureterp naar Marum trok. In Ureterp aan de Vaart had hij een winkel gedreven, maar door een faillissement was hij genoodzaakt te verhuizen en vertrok hij naar de gemeente Marum voor een nieuwe start. Hij vestigde zich in Nuis. Elf kinderen zouden Anne en zijn vrouw Renske Pool, krijgen. Zes jongens en vijf meisjes; drie meisjes en een jongentje overleden op zeer jonge leeftijd. Van de overgebleven kinderen zouden de twee jongste jongens, Klaas en Evert Posthumus, later in de gemeente Marum als ondernemer hun brood gaan verdienen.
Klaas Posthumus
Klaas Posthumus (1863-1932) is in Nuis geboren. Als de kleine Klaas vijf jaar is, verhuist hij met zijn ouders naar Niebert. Klaas trouwt later met de negen jaar jongere Liena Hofstede uit Marum en noemt zich dan koopman.
Na zijn huwelijk wordt hij caféhouder in Café de Veehandel in MarumWest, in het pand waar in latere jaren ook Voordeelmarkt Duursma was gevestigd.
Naast de gebruikelijke zaken die bij een café mogen worden verwacht, organiseert Klaas ook andere activiteiten om klandizie te trekken. Zo wordt op zaterdag 19 september 1910 in het café een nieuwe vorm van kunst aan het publiek voorgesteld, de filmkunst. Klaas houdt een ‘kinemategraaf-voorstelling, afgewisseld door voordrachten van de heer Kijlstra uit Dragten. Entree 35 cent’.
Frederik en Henk Posthumus
Het zal bgin jaren '20 zijn geweest dat Frederik (1892-1979), de oudste zoon van Klaas, de winkel in huishoudelijke artikelen en ijzerwaren in Marum-West overneemt van zijn schoonvader Hendrik Dalstra; Freerk was gehuwd met Trijntje Dalstra.
Die allereerste winkel stond tegenover de plek waar later het bekende warenhuis stond. Het warenhuis is rond 1923-1924 gebouwd en rond 1937 gemoderniseerd. Het pand heeft toen de vorm gekregen zoals dat vandaag de dag nog te herkennen is. Er werd een breed assortiment gevoerd. Naast huishoudelijke artikelen werden er ook gereedschap, ijzerwaren, speelgoed en kachels verkocht. Er was een klompenzolder en twee grote houtstekken waaruit diverse houtsoorten werden verkocht. Rond de Tweede Wereldoorlog kwam oudste zoon Henk (1921-2007) bij zijn vader in de zaak. ‘Fa. F. Posthumus’ zou er later met grote letters op de voorgevel van de winkel prijken. In 1965 trok Freerk zich terug en nam Henk de zaak over.
Evert Posthumus
Vanuit de familietak van Evert Posthumus (1869-1948) ontwikkelt zich in de eerste helft van de 20e eeuw vanuit Niebert een keten van dorpswinkels. Hij begint met de verkoop van kruidenierswaren door met de hondenkar langs de huizen te gaan. Zijn vrouw Riemtje Tuinstra verzorgt de verkoop vanuit de winkel thuis. Als Evert door een heupbreuk niet meer met de hondenkar kan venten, wordt de verkoop vanuit huis ineens een stuk belangrijker. De zaken gaan goed, want enige tijd later wordt een groter pand betrokken, naast de schoolwoning. Nu is dat het pand Molenweg 84. Daar ontwikkelt het bedrijf zich verder en wordt de verkoop van kruidenierswaren uitgebreid met handel in eieren, meel en fourages.
Anne Posthumus
Anne (1895-1952) is de oudste zoon van Evert. In de periode rond de Eerste Wereldoorlog is hij de drijvende kracht in de zaak van zijn vader. Hij is getrouwd met Marijke Warmolts, een dochter van Bakker Warmolts uit Grootegast. Na zijn huwelijk begint Anne zelf een kruidenierszaak. In 1919 opent hij op Kruisweg 90 zijn winkel. Hij neemt het pand over van aannemer Hijlke Gjaltema, oprichter van Gjaltema’s Timmerfabriek ‘De Volharding’. De nieuwe kruidenierswinkel heeft een sterke band met de winkel in Niebert. Anne houdt het tien jaar vol, maar door de naderende crisis wordt het steeds moeilijker het hoofd boven water te houden. In januari 1929 vraagt hij het faillissement aan. Anne vertrekt daarna met zijn gezin naar Groningen, waar hij een handel in kippen en eieren opzet.
Aukje Posthumus en Henderikus Feringa
De curator legt beslag op de winkel en goederen in Marum. Door tussenkomst van de ‘oude’ Evert blijft de winkel echter in de familie, want het is schoonzoon Henderikus Feringa die de winkel overneemt. Hij is getrouwd met Aukje Posthumus (1903- 2006), de één na jongste dochter van Evert. Winkelier Feringa wordt een begrip, jarenlang zal hij er zijn kruideniers- en grutterswaren blijven verkopen. Nu is Splint Parket in het pand Kruisweg 30 gevestigd.
Kees Posthumus
Eind jaren twintig is het vooral Kees (1900- 1983) die de omzet in Niebert verhoogt door de handel in eieren. Tot in de verre omgeving worden eieren bij boeren opgekocht en naar Niebert gehaald. Daar worden ze gecontroleerd en in kisten verpakt. Een belangrijk afzetgebeid vormt het gebied tussen Amsterdam en de Zaanstreek, waar de grote koek- en beschuitfabrieken van Verkade en De Ruyter gevestigd zijn. Na het overlijden in 1930 van zijn vrouw Riemtje trekt Evert zich terug uit het bedrijf en neemt Kees de zaak geheel over. Het was crisistijd en dat had z’n invloed op de handel. Kees richtte zich vooral op de eierenhandel, zijn broers, die bij hem in de zaak werkten, waren ‘bij de streek’. Zijn vrouw Grietje Kregel zorgde voor de winkel.
Jan Posthumus
Jan (1904-1965) is dan de eerste die de zaak in Niebert verlaat. Hij huwt Hendrika Hendriks uit Tolbert en zij vestigen zich in het noordelijker gelegen Boerakker. Daar laat hij aan de Hoofdweg een winkelpand bouwen, voor verkoop van ‘kruidenierswaren, drogisterijartikelen, steengoederen, emailleartikelen en fourages’. Het dorp Boerakker is op dat moment niet meer dan een verzameling kleine huizen rond de net afgebouwde nieuwe kerk. Een paar boerderijen, de school en de pastorie domineren het dorpsbeeld. Op zaterdag 20 juni 1931 wordt de nieuwe winkel in Boerakker geopend. De opening gaat gepaard met spetterende aanbiedingen, zoals een Edammer kaas voor 60 cent, een pond margarine voor 22 cent en een rol vet voor 20 cent. En voor ‘elke kooper voor ƒ 2.50 kruidenierswaren een half pond Allerhande cadeau tot 27 Juni te Niebert en Boerakker’. In de eerste jaren van het bestaan zal de winkel als ‘Posthumus Goedkoope Winkel No. 4’ in de advertenties vermeld worden, naast de winkels in Niebert, Marum (Kruisweg) en Midwolde.
Evert Posthumus
Een uitzondering op de kruideniers in de familie vormt Evert (1907-1994). Na jaren werkzaam te zijn geweest in de kruidenierszaak van zijn vader, gaat hij in 1932-1933 ook verder als zelfstandig ondernemer. Echter niet als kruidenier, maar als manufacturier en woninginrichter in Niebert. Samen met zijn vrouw Trientje Dijk begint hij een manufacturenwinkel in een pand tegenover het latere postkantoor in Niebert. Een paar jaar later verhuizen ze naar een groter pand, een dubbele woning met huisnummers C35 en C36 (nu Molenweg 76).
Einde
Zo wordt in vogelvlucht een aantal ondernemingen geschetst, die in de 20e eeuw in de gemeente Marum zijn opgezet en geleid door de familie Posthumus. Anno nu is er echter niets meer van over. Op de plek waar ooit Café De Veehandel stond, staat sinds een aantal jaren het appartementencomplex Westerhoek. Aan de andere kant van de Marktstraat is de apotheek gevestigd in het voormalige warenhuis van Freerk Posthumus. Splint Parket zit in het winkelpand op de Kruisweg, terwijl Finesse Keukens in Niebert in het pand is gehuisvest waar ooit Evert Posthumus zijn kruideniersbedrijf had. De manufacturenwinkel van Evert is een woonhuis geworden, terwijl het oude winkelpand in Boerakker leeg staat en te koop wordt aangeboden, nadat er een kringloopwinkel in gevestigd is geweest.
Jan Posthumus.
Dit artikel is verschenen in 't Olde Guet, tijdschrift van Heemkundekring Vredewold-West januari 2011.